Gustaaf II

Ik herinner me ook een andere keer. Bijna had ik mijn sleutels vergeten. Ik had de lichten al gedoofd, de radio uitgezet, en stond met de open deur al in mijn hand. Toen dacht ik aan mijn sleutels. Ik sloot de deur opnieuw, en ging voorzichtig op mijn passen terug, gravend in mijn geheugen om te zien waar ik ze laatst had gelaten. Ik stond in de deuropening naar de woonkamer, hield mijn adem in op een moment van opperste concentratie. Het was het moment dat ik op het punt stond me te herinneren waar ik die sleutels voor het laatst had gezien. Toen hoorde ik het. Een diep en zacht gedreun, bijna als een waterpomp die in een diepe kelder aanslaat, maar veel zachter. Dieper. Maar even ritmisch en monotoon. Eerst probeerde ik het te herkennen, maar besefte snel dat ik noch de buren een dergelijke waterpomp hadden. En toen ik dieper ging luisteren, hoorde ik het gekraak opnieuw. Als twee tegen elkaar schurende takken in de wind, of het knarsen van het dakgebinte in een hevige storm. Maar dan zonder de andere geluiden. Ik schrok, en kreeg het even warm en koud tegelijk. En ook al ging mijn hart tekeer, het geknars bleef zich vasthaken in mijn hoofd.

If I owned a museum … but I don’t (yet). So I dream a collection
Leon Spilliaert (1881 – 1946)
‘Zelfportret met rood potlood’
1908
gewassen Oost-Indische inkt, gouache, aquarel en pastel op papier
Mu.ZEE, Oostende

Ik betrapte me erop dat ik lawaai begon te maken, om het geluid weg te vegen. Een kuch, het net iets nadrukkelijker de voeten op de grond laten neerkomen. Mijn sleutels pakken, en ze lichtjes schuddend het huis verlaten. Hoewel ik toen het geluid niet meer hoorde, was ik toch erg afgeleid in de wagen. Het hield me bezig, en ik bleef me maar afvragen wat het toch kon zijn. Waren er werken in de buurt? Ergens een pomp die het grondwater weghaalt voor er met de bouw van de funderingen van een huis kan gebouwd worden? Wordt ergens in de buurt een straat heraangelegd? Maar niets van dit alles vond op dat moment plaats in de buurt. Ik was zo van de kaart dat ik bijna een ongeval veroorzaakte. Een kind met de fiets die plots de straat overstak. Met gierende remmen en een bruusk maneuver kon ik het fietsende kind ternauwernood ontwijken. Gelukkig geen schade. Alleen heftig geschrokken. Aan de overkant een hysterische moeder. Ik stapte uit om moeder en kind mijn verontschuldigingen aan te bieden, en trilde als een espenblad.

Dit bericht werd geplaatst in Gustaaf, Het vergeten en getagged met , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.